Don Bosco: een groot inspirator

Don Bosco (1815-1888) leefde in Turijn, Noord-Italië, waar hij zich met hart en ziel inzette voor jongeren. Hij deed dit op een nieuwe, revolutionaire manier – een manier die ons nú nog inspireert in ons werk met jeugd en jongeren. Zijn methode heeft zich gevormd tot het Preventief Pedagogisch Systeem, dat wereldwijd nog steeds met succes toegepast wordt! Hieronder volgt een beknopte beschrijving van zijn levensloop.

Italië in de 19de eeuw
Napoleon is gevallen. Italië verkeert in roerige tijden: de bevolking groeit, maar er is onvoldoende werk. Mensen zoeken hun heil in de steden. Veel jonge jongens zwerven op straat, zonder familie of onderdak. Voor deze jongens lijkt er geen perspectief. 

De jeugdjaren van Giovanni Bosco
Op 16 augustus 1815 wordt Giovanni geboren in het boerengehucht Becchi-Castelnuovo. Zijn vader sterft als hij twee jaar oud is en het gezin leeft in armoede. Giovanni weet al vroeg dat hij priester wil worden, maar hij kan alleen ’s winters naar school. In de zomer helpt hij op het land. Giovanni gelooft in vrolijkheid en vriendschap als basis voor het leven en hij geniet ervan anderen te vermaken. Zo kan hij op zijn handen lopen, koorddansen en goochelen. Als hij 9 jaar is droomt hij dat hij een groep spelende en vloekende jongens met goedheid en liefde tot zijn vrienden moet maken. De droom zal hem zijn verdere leven bijblijven. 

Giovanni Bosco wordt priester
Giovanni gaat naar het seminarie en wordt in 1841 tot priester gewijd. Hij studeert verder in Turijn. Wat hij daar ziet, raakt hem diep: dakloze jongens zwerven doelloos rond op zoek naar werk of werken onder verschrikkelijke omstandigheden. In de gevangenissen worden deze jongens bij zware misdadigers gestopt. In deze jongeren vindt de jonge priester zijn roeping. Als hij ziet dat een 16-jarige jongen de kerk wordt uitgeslagen, grijpt hij in. Deze Bartolomeo Garelli wordt zijn eerste leerling. Al snel volgen er meer.  

Het oratorio
Tegen de zomer van 1842 komen al tachtig jongens iedere zondag bij elkaar voor een kerkdienst, een ontbijt en godsdienstles. Don Bosco noemt deze zondagsgroep zijn oratorio (gebedsruimte). Er is steeds ook plaats voor ontspanning: spel, toneel en zang. Na zijn studie krijgt Don Bosco een plaats in een ziekenhuis voor meisjes. Ook daar komen de jongens trouw iedere zondag. Die bezoeken worden door sommige mensen afgekeurd: ze begrijpen niet dat een priester zich met zulke ‘boeven’ bezighoudt. 

Keuze voor de jeugd
Don Bosco moet kiezen: het ziekenhuis of ‘zijn’ jongens. Hij kiest voor het laatste en komt op straat te staan: geen onderdak, geen promotiekansen, geen inkomen. Maar hij heeft een belofte gedaan die hij niet zal breken en hij blijft zich inzetten voor de jeugd. 

De preventieve opvoeding
Ondanks een voortdurend gebrek aan middelen blijft Don Bosco de behoeften van de jongens voorop stellen. Zijn vertrouwen wordt beloond! Hij richt scholen op en een internaat. Vanaf 1856 zorgt hij ook voor vakonderwijs: een leerwerkplaats ziet het licht, evenals een boekbinderij, een meubelmakerij, een drukkerij en een smederij. Ook op andere plaatsen start hij een oratorio. Het oratorio is nu bid-, woon-, werk-, leer- en speelplaats. Met open oor en oog kijkt en luistert Don Bosco naar wat er bij de jongens leeft en zo probeert hij te voorkomen dat kansarme jongeren ontsporen. Essentieel hierbij is dat de opvoeder bij de jongens aanwezig is, vertrouwen geeft- en ontvangt.

Veilig voor de toekomst
Don Bosco wil een gemeenschap beginnen die zich inzet voor de jeugd – een gemeenschap breder dan een congregatie (kloostergemeenschap), waar ook leken deel van uitmaken. Maar dit idee is te vooruitstrevend voor zijn tijd. Wél krijgt hij in 1869 pauselijke toestemming voor een congregatie: de Salesianen van Don Bosco, naar de heilige Franciscus van Sales, die geduld en zachtmoedigheid verkondigde. In 1872 is ook een congregatie voor vrouwen een feit, beter bekend als de Zusters van Don Bosco. Als hij op 31 januari 1888 sterft, werken er al meer dan 800 opvolgers in Frankrijk, Spanje en Zuid-Amerika. Ook nu nog leven zijn werk en principes wereldwijd voort… 

Weet je dat ze liefde, vriendschap en begeleiding nodig hebben? Ben je open naar deze jongere? Ben je aanwezig bij deze jongere? Heb je vertrouwen in deze jongere? Praat je op een hartelijke manier? Vergeet je de humor niet? Overdrijf je niet maar blijf je redelijk?

Grijp alsjeblieft elke kans om de jongere complimenten te geven! En stimuleer hem/haar om zelfstandig bezig te gaan. Vergeet je niet om goed te luisteren naar de jongere, zodat er een echte dialoog kan ontstaan? Geef je hem/haar nog een tweede kans? Weet je nog: de kern van mijn werkwijze is acceptatie – voor iedereen.